Wat is een navel- en een epigastrische breuk?

Een navelbreuk is een uitpuiling van het buikvlies (peritoneum) op een zwakke plaats in de buikwand ter hoogte van de navel. De breuk is herkenbaar als een onderhuidse zwelling.
Voor de geboorte loopt de navelstreng doorheen de buikspieren van de foetus. Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt en sterft die af. De wonde in de navel geneest en vormt een litteken.
Als de opening in de buikspieren heel breed is dan heeft de baby vanaf de geboorte al een aangeboren navelbreuk. De meeste van deze aangeboren navelbreukjes groeien toch nog dicht tijdens de eerste levensjaren.
Het navellitteken blijft altijd een zwakke plaats in de buikwand. Op volwassen leeftijd kan de opening terug breder worden. Dit noemen we een verworven navelbreuk.
Een epigastrische breuk is ook een uitpuiling van het buikvlies doorheen een zwakke plaats op de middellijn ter hoogte van de bovenbuik (het epigastrium). We behandelen deze breuken op dezelfde manier als de navelbreuken.

Wat zijn de uitlokkende factoren?

Een navelbreuk en een epigastrische breuk worden gemakkelijk uitgelokt als de druk binnen in de buik verhoogd is. We denken in de eerste plaats aan zwaarlijvigheid (obesitas), zwangerschap, en aandoeningen die het volume van de buikinhoud doen toenemen. Daarnaast zal de druk in de buik ook telkens toenemen bij tillen, hoesten en persen.
Een navelbreuk kan ook het gevolg zijn van een verzwakking van de buikwand door een vroegere kijkoperatie via de navel. Strikt genomen is dit een breuk in een oud litteken, een littekenbreuk, maar deze breuk wordt op dezelfde manier behandeld als een gewone navelbreuk.

Wanneer is een operatie nodig?

Een navelbreuk komt frequent voor. De meeste kleine navelbreuken veroorzaken weinig of geen klachten. Veel mensen hebben een kleine navelbreuk zonder het zelf te weten. Het is dus zeker niet nodig om alle navelbreuken te herstellen. Een navelbreuk die hinderlijk is of pijn doet wordt best hersteld, maar de ingreep is meestal niet dringend.
Soms kan de inhoud van een navelbreuk vast komen te zitten in de breukpoort. Dit is pijnlijk en we spreken dan van een ingeklemde breuk. Meestal zit er vetweefsel in de breukpoort. De breuk wordt dan best hersteld binnen enkele dagen.
Eerder zelden zit er een darmlis gekneld in de breukpoort. Dit is een urgentie waarvoor een dringende operatie nodig is.
Grote navelbreuken rekken de huid uit die uiteindelijk heel dun wordt. Er ontstaan gemakkelijk schimmelinfecties en wondjes die moeilijk genezen. Ook dit is een reden om een navelbreuk te herstellen.
Een epigastrische breuk bevat bijna altijd vetweefsel. Een herstel is zelden urgent.

Het verloop van de behandeling

Voorbereiding op de ingreep

De avond voor de operatie mag je vanaf middernacht niet meer eten of drinken. Deel je persoonlijke medicatie mee aan je arts. Hij of zij zal je zeggen welke medicatie gestopt moet worden voor de ingreep en welke medicatie je de ochtend van de operatie moet innemen met een klein slokje water. Vergeet niet te vermelden of je anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen), aspirine of ontstekingsremmende medicatie tegen artrose neemt. Dergelijke medicatie verhoogt het risico op bloedingen tijdens en na de ingreep. Indien je overgevoelig (allergisch) bent voor bepaalde medicatie of stoffen (zoals jodium, aspirine, antibiotica, latex), dan moet je dat mededelen aan je arts.
Het is belangrijk om je voor de operatie heel grondig te wassen. De navel is dikwijls een broeinest van vele huidbacteriën en die kunnen oorzaak zijn van een wondinfectie na de operatie. We raden aan om een douche te nemen en de navel grondig binnenin te reinigen met antiseptische zeep (iso-Betadine® Uniwash).
Aangezien het risico op complicaties verhoogd is bij rokers en bij overgewicht (BMI > 25), zal je arts je vragen te stoppen met roken en zo nodig eerst een vermageringskuur te volgen.

De ingreep

Een herstel van een navel- of epigastrische breuk gebeurt meestal onder algemene verdoving. Deze ingreep kan ook soms uitgevoerd worden onder locoregionale verdoving. Indien dit bij jou van toepassing is, zal je arts dit op voorhand met je bespreken.
Kleine breuken kunnen vaak gehecht worden met draad, maar bij grotere breuken wordt bij voorkeur een prothese (‘netje’) geplaatst. Het plaatsen van deze prothese gebeurt meestal via een kleine incisie of via kijkoperatie.

Tijdens de ingreep zal je antibiotica krijgen (via een infuus) om infectie van de operatiewonden te voorkomen.
Direct na de ingreep verblijf je enkele uren op de ontwaakzaal. De meeste mensen kunnen de avond van de ingreep naar huis gaan. Indien nodig zal een hospitalisatie met een overnachting worden voorzien.

Mogelijke verwikkelingen

Er bestaat geen ingreep zonder mogelijke verwikkelingen. Je algemene toestand is mede bepalend voor het postoperatief verloop en voor de risico’s verbonden aan de ingreep. Het risico op complicaties is verhoogd bij mensen met overgewicht. Ook roken en suikerziekte kunnen de kans op wondproblemen gevoelig vergroten. Aarzel niet er met je arts over te spreken. Vermeld vorige ziekten en ondergane behandelingen.
Enkele specifieke verwikkelingen zijn mogelijk.

Wondinfectie

Bacteriën die zich nestelen onder de huid veroorzaken eerst roodheid, pijn en zwelling en ten slotte zal er een abces ontstaan dat kan openbarsten.
Bacteriën die zich nestelen op een kunststofnet zijn heel moeilijk te bestrijden. Soms kan het zelfs nodig zijn om het besmette net terug te verwijderen.

Bloeduitstorting

Een oppervlakkige bloeduitstorting geeft verkleuring van de huid. Dit zal gemakkelijk spontaan terug wegtrekken.
Een diepe grotere bloeduitstorting kan pijnlijk zijn. In dit geval neem je het best contact op met je arts.

Recidief of het ontstaan van een nieuwe breuk

Door het plaatsen van een netje is de kans op een nieuwe (recidief) navelbreuk klein, maar niet onbestaande. De netjes worden ingekapseld en kunnen krimpen.
Meestal is een recidief klein en moet er geen tweede ingreep gebeuren. Als deze nieuwe navelbreuk echter groot wordt en/of pijn doet, zal een nieuw herstel nodig zijn met een grotere prothese. De recidiefkans bedraagt ongeveer 5 tot 10% gedurende de eerste tien jaar na de operatie.

Na de ingreep

Het is moeilijk te voorspellen wanneer je volledig hersteld zal zijn van de ingreep. Dit hangt af van de omvang van de ingreep en van je algemene toestand.
Het is best om na je operatie zo snel mogelijk weer actief te zijn en veel te bewegen. Gedurende een drietal weken mag je geen zware lasten tillen en je mag nog niet sporten.
Bij een grote breuk zal je een buikband meekrijgen die je de eerste vier tot zes weken als ondersteuning kan dragen.
Tien dagen na ontslag uit het ziekenhuis ga je langs bij je huisarts voor een wondcontrole en om eventuele hechtingen te laten verwijderen. Uiteraard kan jij of je huisarts bij problemen ook steeds contact opnemen met onze dienst.
Als er een zwelling zichtbaar wordt of als je koorts hebt boven 38°C dan neem je het best contact op met je arts.