1. Hoe kom je aan een ingegroeide teennagel?

Een ingroeiende teennagel is een erg vaak voorkomende kwaal, vooral onder de leeftijd van dertig jaar.
Hierbij treedt er ontsteking en pijn op ter hoogte van één of twee kanten van de grote teennagel met soms zelfs aangroei van wild vlees, een ‘granuloom’ genaamd. Dit granuloom kan ook erg gaan bloeden. (Figuur 1)

De ontsteking ontstaat doordat de nagel ergens continu tegen de huidrand gaan botsen en de huid op die manier beschadigt. Deze huidwonde gaat vervolgens infecteren, wordt etterig en de huid gaat als reactie wild vlees aanmaken.

De meest voorkomende oorzaken van dit fenomeen zijn :

  • De nagels aan de zijkanten afscheuren (Figuur 3)

  • De nagels te kort willen knippen en hierbij vooraan in de huid priemen

  • De nagels erg breed zijn en zijdelings tegen de huidrand duwen

  • De nagels erg bol tot cirkelvorming aangelegd zijn en zich in de huid boren (figuur 4)

  • Te nauw schoeisel waarbij de nagel tegen de huid geduwd wordt

  • Lang wandelen met vochtige voeten en occlusief schoeisel dat de huid week maakt

  • Schimmelnagels die afbrokkelen en zo met hun oneffen rand de huid beschadigen (figuur 3)

Figuur 1

Figuur 3

Figuur 4

2. Behandelingsmogelijkheden

2.1. Niet operatieve behandeling

In eerste instantie kan een pedicure de nagel dusdanig vijlen dat de irritatie van de huidrand verdwijnt. Soms wordt de nagelrand opgelicht met een propje watten, stukje gaasverband of vilt waardoor de nagelwal ook opzij gedrukt wordt. Ook kan er een beugeltje op de nagel gelijmd wordt waarmee deze naar boven wordt gelift en de druk vermindert. Dagelijkse ontsmettende badjes kunnen hierbij de ontsteking indijken en bij zware ontsteking wordt soms antibiotica gegeven.

2.2. Operatieve behandeling : wigexcisie

Soms is het probleem hardnekkiger en dient de problematische kant van de nagel te worden verwijderd, maar ook het nagelbed waaruit de nagel groeit, tesamen met de ontstoken huidrand. Dit noemen wij een ‘wigexcisie’. Door het nagelbed weg te nemen, wordt voorkomen dat de nagel van daaruit nog zal teruggroeien. De nagel zal in zijn geheel dus wel iets smaller worden.

De wigexcisie wordt meestal uitgevoerd onder lokale verdoving, maar kan in principe ook onder algehele anesthesie. Aan beide kanten van de teenbasis word je verdoofd met een injectie. Dit gaat erg langzaam om de pijn ervan te beperken. Eens de teen verdoofd is, wordt de teen afgespannen om bloeding te beperken. Dan wordt een excisie uitgevoerd van de nagel, het nagelbed tot aan de nagelwortel en het zieke stuk huid tot op het bot. De wonde wordt gespoeld en zo nodig gesloten met een hechting. Hierop wordt een drukverband aangebracht dat 48 uur mag dicht blijven.

Nazorg

Onmiddellijk na de ingreep kan geen normale schoen gedragen worden en kiest men best een teenslipper of slof. Hoogstand, pijnstilling door middel van Ibuprofen en Paracetamol is meestal nodig.
De eerste wondzorg gebeurt als volgt:

  • Goed nat maken van het verband onder de douche en voorzichtig verwijderen.

  • Ontsmetten van de teen met isobetadine. Aanbrengen van een druppeltje Isobetadine gel, een stukje vetverband, enkele droge compressen en een stukje windel.

Indien er een hechting wordt geplaatst, mag deze na 10 à 14 dagen door de huisarts verwijderd worden, of soms vroeger wanneer deze te veel last zou geven.

Er dient rekening mee gehouden dat er twee weken niet gesport of gezwommen kan worden. Voor erg mobiele beroepen geldt dan ook een even lange werkonbekwaamheid

Complicaties

Deze ingreep wordt als erg veilig beschouwd. Er is een kans op nabloeding, wat met hoogstand en bijkomend drukverband meestal te behandelen is.

Soms kan er infectie optreden, zeker indien er op voorhand sprake is van geïnfecteerd granuloom. In dit geval kan dan postoperatief reeds antibiotica gestart worden, of wanneer de teen na enkele dagen rood begint te zien.

Op lange termijn is er kans op nagel teruggroei, indien het nagelbed niet helemaal verwijderd is geworden. Als dit gebeurt, dient het resterende nagelbed opnieuw verwijderd te worden.

Bij patiënte met vaatlijden is er een veel groter risico op wondinfectie en zelfs necrose van de teen. Deze ingreep wordt bij hen daarom best vermeden.